Datum: 01.04.2022

Afgelopen jaar heeft het Louis Bolk Instituut onderzoek gedaan naar groenbemesters bij late inzaai en heel late inzaai. Dit om te kijken of dit nog succesvol kan zijn later in het seizoen. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het project Biodiversiteit Veenkoloniën. Er zijn in Mussel in Oost-Groningen zandpercelen ingezaaid met verschillende groenbemesters.

Inzaaien mengsels op drie zaaimomenten

Naast een aantal enkelvoudige groenbemesters zijn er ook mengsels ingezaaid. Dit op drie zaaimomenten;  15 september, 9 oktober en 1 november. Hierbij wordt gekeken hoe de groenbemesters zich ontwikkelen. Op 7 december (vlak voor de winter) zijn er bovengrondse metingen gedaan. In het voorjaar zal vlak voor het inwerken nog een ondergrondse meting worden gedaan.

Op 24 februari vond een veldbijeenkomst plaats om te kijken hoe de groenbemesters op het veld stonden. Daar zijn ook de eerste metingen besproken.

Veldbijeenkomst Louis Bolk Instituut - 24 februari 2022

In de veldjes zijn de volgende groenbemesters gezaaid:

  1.  Bladrammenas.
  2. EasyGreen Winter. Dit is een winterhard mengsel van Italiaans raaigras en bladrogge.
  3.  TerraLife® SolaRigol TR. Een soortenrijk vorstgevoelig mengsel van 7 soorten bestaande uit: Alexandrijnse klaver, deder, vlas, niger, zomerwikken, Deeptill rammenas en Japanse haver
  4. TerraLife® Landsberger Gemenge. Een winterhard mengsel bestaande uit Italiaans raaigras, winterwikken en inkarnaat klaver.
  5. TerraLife® Vitamaxx TR. Een soortenrijk, vorstgevoelig, mengsel geschikt voor laat zaaien. Bestaande uit: facelia, vlas, Japanse haver, niger, Deeptill rammenas, Ethiopische mosterd, boekweit, deder, gele mosterd en zonnebloem.

Hiervan is  op 7 december de opbrengst van de bovengrondse biomassa bepaald bij de eerste twee zaaitijdstippen.
T1 = 15 september.
T2 = 9 oktober.
Hieruit blijken twee dingen:
De TerraLife® Vitamaxx TR scoorde bij de T1 het hoogst. Bij de T2 kende de TerraLife SolaRigol de hoogste opbrengst.

Het tweede wat opviel is dat de opbrengsten sterk achteruit liepen bij het later inzaaien. Het verschil tussen de 2 zaaimomenten bedroeg ongeveer 3 weken. De gemiddelde opbrengst was bijna 90% lager. Het laat zien dat het belangrijk is om zo snel mogelijk na de oogst van het hoofdgewas een groenbemester in te zaaien. Iedere dag later zorgt voor een wezenlijke opbrengstdaling.

“Maar het heeft wel zin om deze groenbemesters te zaaien," aldus Arjan van der Vinne van DSV zaden. “Een perceel dat groen de winter in gaat zorgt voor een actiever bodemleven en het verbetert de structuur van de bodem. Ondanks de lagere opbrengst van organische stof.”

Opbrengst droge stof:

Wat blijft in het voorjaar nog over?

In de velden waren TL SolaRigol en TL Vitamaxx in februari helemaal afgestorven. Met name de laat gezaaide veldjes bleken gevoelig voor vorst.

De TerraLife® Landsberger Gemenge en de EasyGreen Winter stonden er nog goed op. Bij het laat zaaien zijn de wikken en inkarnaatklaver in februari nog klein. Deze groeien als het weer warmer wordt weer door en leggen in het voorjaar nog stikstof vast. Het is mogelijk om deze gewassen te gebruiken voor voederdoeleinden.

Voorlopige conclusie

Het inzaaien van een groenbemestermengsel kan ook op 15 september prima. De opbrengsten organische stof dalen snel als er later wordt ingezaaid. Ook bij late zaai is een groenbemester gunstig voor de bodemstructuur en het actief houden van het bodemleven. De gebruikte mengsels vriezen makkelijk af en geven weinig opslag. Winterharde soorten als Italiaans raaigras en rogge zorgen voor een goede ontwikkeling in de winter. Bij laat gezaaide mengsels geven de bladrammenas en de gele mosterd het meeste biomassa.

Meer weten over de gebruikte TerraLife® mengsels in dit onderzoek?

Wilt u advies of meer weten over TerraLife® mengsels? Neem dan contact op met onze specialisten: