Afhankelijk van bodemvoorraad en de graszaadsoort moet er in het na- en/of het voorjaar een bemesting plaatsvinden. Houd bij een gemiddelde bodemvoorraad de volgende normen aan:

Let op: Vanaf 1 januari 2025 is de stikstofgebruiksnorm in NV gebieden 20% lager dan in de rest van Nederland. Zorg dat u met uw binnen uw bedrijf binnen de totale gebruiksnorm blijft. 

  • Engels raaigras voedergrassen 160 kg N/ha in het voorjaar
  • Engels raaigras recreatiegrassen 165 kg N/ha in het voorjaar
  • Italiaans raaigras 90 kg N/ha in het voorjaar (zonder maaien of beweiding)
  • Rietzwenkgras 60 kg N/ha in het najaar en 140 kg N/ha in het voorjaar
  • Roodzwenkgras 60 kg N/ha in het najaar en 70 kg N/ha in het voorjaar
Bovenstaande adviezen zijn algemeen. Hieronder volgen een aantal extra aandachtspunten:
 
  • Als eerstejaars gewassen slecht ontwikkeld onder de dekvrucht vandaan komen of laat gezaaid zijn, wordt 20 kg N/ha extra geadviseerd.
  • Bij overjarige gewassen is de hoeveelheid minerale bodem-N in het voorjaar meestal erg laag. Ga daarom uit van een standaardgift plus 30 kg N/ha.
  • Voor Engels raaigras geldt: Bij beweiding in de herfst bedraagt de gift 180-200 kg N/ha. 
  • Voor riet- en roodzwenk geldt: Bij een zeer goede ontwikkeling of na rijke dekvrucht volstaat 30 kg N/ha in het najaar. 
  • Voor Italiaans raaigras geldt: Eerste gift: tweede helft augustus (herfstsnede) of februari (voorjaarssnede). Tweede gift: na de voedersnedewinning.

Bij een vroege bemesting kan men de N-gift splitsen. Na 15 maart (bij raaigrassen na 15 april) dient men de stikstof in één keer te geven. Overleg met uw bemestingsspecialist welke meststoffen het beste bij uw bedrijfsvoering passen.

 
Kalkamonsalpeter
Stikstof in de vorm van kalkammonsalpeter wordt nog steeds veel gebruikt in de graszaadteelt. Blijft u deze meststof gebruiken, deel de gift dan in 2/3 vroeg en 1/3 later.
 
Langzaamwerkende meststoffen
Tegenwoordig staan z.g. alternatieve meststoffen zoals langzaam werkende meststoffen meer in de belangstelling. Vanwege de langzame werking dienen deze meststoffen eerder toegepast te worden dan de traditionele kalkammonsalpeter. Het grote voordeel is de verminderde uitspoeling (tot wel 15 tot 20% betere stikstofbenutting) en een veelal gelijktijdige zwavelbemesting. Op gronden met een (klein) zwaveltekort resulteert dit in een betere opname van stikstof.
 
Vloeibaar
Er zijn verschillende vloeibare meststoffen op de markt. Van puur Urean tot gecombineerde meststoffen van verschillende leveranciers. Groot voordeel van vloeibaar is de goede verdeling. Puur Urean geeft de minste benutting. Toevoeging van bijvoorbeeld ATS of het gebruik van een gemengde meststof geniet de voorkeur. Regen kort na toepassing is positief. Let op: Grootste risico van Urean is verbranding. Spuit Urean op een droog afgehard gewas. Zorg ook dat uw spuit geschikt is voor vloeibare meststoffen.
 
Drijfmest
De hoeveelheid drijfmest die gebruikt mag worden, is afhankelijk van het fosfaatgehalte van de mest en de fosfaat toestand van uw bodem. U mag de laatste jaren op percelen met een hoge Pw-waarde minder fosfaat aanwenden. Voor de actuele regelgeving rondom dit onderwerp kunt u het beste contact opnemen met uw bemestingsadviseur.

De datum voor het uitrijden van dierlijke mest is aangepast. Vanaf 16 februari mag drijfmest uitgereden worden op bouwland, mits u een vroeg gewas teelt en dit perceel minimaal 24 uur voor het uitrijden van de mest aangemeld heeft bij RVO. 
Voordeel van drijfmest: er wordt voldoende Kali meegegeven voor een optimale groei. Als drijfmest pas half maart wordt toegediend, kan men beter vooraf 50 kg N/ha strooien.

Let op: Zorg voor een goede verdeling en wacht tot de bodem voldoende draagkrachtig is.

De laatste jaren zien we een opmars van alternatieve of efficiënte stikstofvormen (Blue N / Vixeran / N-efficient, etc.), waarbij geclaimd wordt dat de totaalgift aan stikstof verlaagd kan worden. Gezien de problematiek van de aangewezen NV gebieden zou dit een mooie oplossing kunnen zijn. Via de Werkgroep graszaden en Graszoden hebben we vorig jaar een proef uitgevoerd waarbij we enig effect zagen. Voor 2025 worden nu twee uitgebreide proeven aangelegd, welke te zien zijn op de open dag van de Rusthoeve.  We hopen u voor het volgende seizoen adequaat te kunnen adviseren.
Wilt u alvast ervaring opdoen? Toepassing van biostimulanten als Blue N en Vixeran speelt nu. Pas deze toe onder groeizame omstandigheden ‘s ochtends of ‘s avonds bij voldoende temperatuur (12-15 graden) en een hoge luchtvochtigheid. De huidmondjes moeten open staan voor een goede opname. 

 


Overjarig graszaad
Laat u het perceel overjarig liggen voor 2026 (overleg hiervoor eerst de mogelijkheden) dan is er 60 (NV gebied 48) kg stikstof beschikbaar voor de volgteelt.

Graszaadstoppel als groenbemester
Blijft het perceel 1 jaar liggen geef de graszaadstoppel na de oogst op als groenbemester, dit geeft 60 (NV gebied 48) kg stikstofruimte. U mag deze norm alleen toepassen als:

  • de stoppel op zand-, löss- of veengrond er na 1 december wordt geploegd;
  • de stoppel op kleigrond aantoonbaar tenminste 8 weken blijft staan.

 Tijdelijk grasland
Blijft het perceel 1 jaar liggen en oogst u een najaarsnede of wordt er begraasd? Geef het perceel op als tijdelijk grasland van 15 augustus tot minstens 15 oktober, dit geeft 95 (NV gebied 76) kg stikstofruimte

 Ons advies is om de volledige stikstofruimte optimaal te benutten en de gewasbehoefte aan te houden. Hieronder volgt ons advies om de hoogste zaadopbrengst te realiseren. Overleg met uw bemestingsspecialist welke meststoffen het beste bij uw bedrijfsvoering passen.