Datum: 10.02.2022

Voor de Publiek Private Samenwerking (PPS) Groenbemesters wordt onderzoek gedaan naar het effect van groenbemesters op het bodemleven. Als onderdeel van deze PPS hebben we in een onderzoeksveld bij DSV zaden in Ven-Zelderheide half augustus 2021 twee soortenrijke groenbemestermengsels ingezaaid. Tegelijkertijd zijn met deze mengsels alle componenten die in de mengsels worden gebruikt ook los ingezaaid. Dit in vier herhalingen. In oktober 2021 zijn hier metingen gedaan om het actieve bodemleven te meten. De resultaten hiervan zijn nog niet beschikbaar. We kunnen wel al goed de verschillen in vorstgevoeligheid van de diverse componenten zien.

Het onderzoeksveld ruim een maand na inzaai
Eind oktober zijn monsters genomen om de opbrengst aan organische stof te bepalen

Boven- en ondergrondse opbrengst

In het onderzoeksveld zijn zowel bovengronds- als ondergronds monsters genomen om de opbrengst van de organische stof te bepalen. Hieruit bleek een meeropbrengst van de mengsels vergeleken met het gemiddelde van de ingezaaide losse componenten.

“Uit de metingen blijkt een meeropbrengst van de organische stof bij groenbemestermengsels, ten opzichte van de losse componenten”

Vorstgevoeligheid van diverse soorten

De winter van 2021/2022 kunnen we tot nu toe omschrijven als gemiddeld. Hoewel het vaak erg warm was, zijn er ook periodes geweest met vorst. Dit heeft ertoe geleid dat de meeste soorten groenbemesters die nog op het land stonden wel zijn afgevroren.

Op de foto's hieronder is te zien dat er bij het bevriezen van de componenten onderling verschillen goed te zien zijn.

Sommige soorten zijn al vroeg afgestorven zoals de niger. Deze is zeer vorstgevoelig en verdwijnt als eerste, vaak al in oktober.

De Japanse haver is gaan liggen. Deze is nog niet helemaal afgestorven. Vaak is een stevige vorst nodig om helemaal af te sterven.

De Tilllage rammenas lijkt nog in leven. De wortels hebben echter een tik gekregen van de vorst en zullen verder afsterven.

Advies voor het bewerken van een groenbemester in het voorjaar bij Niet Kerende Grondbewerking (NKG).

Bij NKG willen we het land graag zo lang mogelijk bedekt houden. Het bodemleven blijft actief, de structuur van de bodem is hierbij gebaat en de voedingsstoffen worden op deze manier het beste vastgehouden. Om toch een goed zaaibed te hebben kan het verstandig zijn om vroeg in het voorjaar het land te bewerken door middel van rollen. Voor het behoud van de bodemstructuur is een werkgang over de vorst het mooiste. Anders is een bewerking vroeg in het voorjaar aan te raden.

Componenten zoals de Japanse haver en Tillage rammenas krijgen door het rollen een tik mee, sterven verder af en hebben dan nog de tijd om te verteren. Rollen heeft de voorkeur voor klepelen. Bij klepelen wordt de plant kapotgeslagen en verdwijnen nuttige voedingsstoffen in de lucht. Bij het rollen kunnen de planten langzamer verteren en blijft de voeding beschikbaar voor het volggewas.

Variatie in vorstgevoeligheid

De natuurlijke slijtage van een groenbemester in de winter verschilt per soort. Dat heeft ook effect op de vorstgevoeligheid van groenbemestermengsels. Een mengsel met veel vlinderbloemigen is meer vorstgevoelig en vaak al verder verteerd. Mengsels met veel Japanse haver, Ethiopische mosterd en Tillage rammenas zullen eerder een extra bewerking in het voorjaar nodig hebben. Bij een groenbemestermengsel dat geleidelijk verteert komen de nutriënten ook geleidelijk vrij voor het volgende gewas.  

"Bij NKG willen we het land graag zo lang mogelijk bedekt houden."

Meer informatie over dit PPS Groenbemesters onderzoek? Neem contact op met onze specialist: