Groenbemesters spelen een steeds belangrijkere rol in het bouwplan. Naast de landbouwkundige voordelen zijn groenbemesters ook verbonden aan regelgeving. Zo is een groenbemester die winterhard is of de bodem bedekt houdt tot 1 maart bijvoorbeeld een eco-activiteit binnen het GLB, maar ook de stikstofruimte voor groenbemesters is veranderd. Dit soort regels maakt dat het dus nog belangrijker, maar ook lastiger om een groenbemester te gebruiken die past binnen gestelde regels/eisen, bouwplan en de volgteelt. Daarbij is er ook een behoorlijke keuze in de diverse groenbemesters. Jerry van Gremberghe is teeltadviseur bij DSV zaden Nederland. Hij geeft graag tips en suggesties voor de keuze van de juiste groenbemester, op basis van vijf verschillende hoofddoelstellingen van de teelt.
Jerry: ‘Bij de meeste akkerbouwers is inmiddels wel bekend dat de stikstofruimte voor groenbemesters is veranderd vanaf 2024. De extra stikstofruimte op een groenbemester vervalt, maar op deze regel zijn een paar uitzonderingen. Alleen na de teelt van granen, graszaad en koolzaad kunt u nog gebruik maken van extra stikstofruimte’
Deze regel geldt enkel voor niet-vlinderbloemige groenbemesters die:
Jerry: ‘Wanneer een groenbemester tot na de winter moet blijven staan en groen moet blijven, kies je het beste voor een mengsel met een hoog aandeel winterharde soorten. De meeste enkelvoudige groenbemesters zijn niet winterhard, maar de meeste mengsels zijn ook niet 100% winterhard. Daarnaast is de winterhardheid ook afhankelijk van het zaaimoment en de omstandigheden. Het mengsel TerraLife CoolSeason is speciaal ontwikkeld met een hoog aandeel winterharde soorten welke tot 1 maart kunnen blijven staan.’ Kies je voor een winterhard mengsel? Jerry geeft als extra tip: ‘Houdt rekening met het onderwerken in het voorjaar. Winterharde componenten kunnen (met name op de zware gronden) voor uitdagingen zorgen in het voorjaar.’
‘Als je nutriënten wilt vastleggen, bijvoorbeeld stikstof, dan is het belangrijk een mengsel te kiezen met een hoog aandeel vlinderbloemigen,’ zegt Jerry. ‘Met de steeds strenger wordende gebruiksnormen in combinatie met de NV-gebieden kan het zijn dat nutriëntenvastlegging steeds belangrijker wordt. Het mengsel TerraLife N-Fixx 50 bevat veel vlinderbloemigen en kan in potentie tot 80 kg N per ha bevatten. Kruisbloemigen zoals bladrammenas, gele mosterd en Ethiopische mosterd zijn stikstof minnende soorten. Zonder stikstof uit bemesting of zonder een combinatie met vlinderbloemigen kunnen deze zich slecht ontwikkelen en niet het gewenste resultaat geven. Deze soorten zijn wel goed in het opnemen van stikstof die na een teelt is overgebleven. Ze kunnen deze vastleggen in biomassa waardoor het overgedragen kan worden naar een volgende teelt. De mengsels TerraLife SolaRigol TR/BetaSola/VitaMaxx TR bevatten een aandeel kruisbloemigen en kunnen aanwezige stikstof goed opnemen.’
Het bodemleven is een complex geheel. Het grootste deel van het bodemleven heeft een positief effect op de bodemgezondheid en op plantengroei. ‘Er zijn echter ook aaltjessoorten die plant parasitair zijn en deze belemmeren dus de groei van het gewas,’ aldus Jerry. ‘Wanneer er problemen zijn met bepaalde aaltjes gaat de voorkeur uit naar groenbemesters die deze niet vermeerderen of zelfs actief verminderen. Een Proud Mary tagetes is dan een uitstekende keuze, en ook een Trident bladrammenas kan parasitaire aaltjes reduceren.’
Jerry zegt: ‘Organische stof is een belangrijk onderdeel voor een gezonde bodem. Organische stof draagt bij aan de beschikbaarheid van nutriënten en water, bodemstructuur en bewerkbaarheid. Groenbemesters dragen bij aan de aanvoer van organische stof (zowel OS als EOS). Effectieve organische stof zorgt voor de opbouw van het organische stofpercentage van de bodem. Normale organische stof heeft vooral invloed op het bodemleven en de overdracht van nutriënten naar de volgende hoofdteelt. Een mix van beide vormen biedt dus een meerwaarde voor de bodem. Speciaal voor dit doel zijn de mengsels TerraLife WarmSeason/SolaRigol TR een goede keuze: ze leveren veel organische stof mits tijdig gezaaid.’
‘De integratie van groenbemesters, onderzaai en rustgewassen in het bouwplan zijn effectieve strategieën om de bodemstructuur te verbeteren,’ aldus Jerry. ‘Deze methoden zorgen voor stabiele bodemaggregaten, betere waterinfiltratie en verhogen de bodemvruchtbaarheid, wat cruciaal is voor de lange termijn-duurzaamheid en productiviteit van landbouwpercelen. De verplichting van onderzaai/uitzaai vanggewas geldt vooral op zand- en lössgronden maar kan ook bij andere grondsoorten een meerwaarde hebben. Daarnaast is dit ook een eco-regeling voor het GLB. Onderzaai wordt tot op heden vaak gedaan met gras/klaver mengsels, ook het mengsel TerraLife SoilProtect is hiervoor geschikt. Wanneer na het hoofdgewas nog een vanggewas gezaaid wordt, behoren veel groenbemesters tot de mogelijkheid. Dat kan een enkelvoudige groenbemester zijn of een mengsel. Voor veel mengsels is dit aan de late kant, echter het mengsel TerraLife CoolSeason kan nog tot laat worden gezaaid.’