Interview met Max de Groot
Van kleins af aan kwam Max de Groot tijdens vakanties op de boerderijcamping. Van daaruit is zijn interesse ontstaan voor de landbouw. “Vanuit mijn mbo-4 opleiding Loonwerk heb ik 3 jaar gewerkt als loonwerker. Vanuit daar ben ik verder gegaan met deze interesse. Ik zocht meer diepgang in de akkerbouw en wilde vooral begrijpen: waarom doen we het op deze manier? De natuurlijke manier van bodemverbetering fascineert me en ik ben altijd op zoek naar manieren waarop het beter kan.” Max eindigt deze week zijn stage bij DSV zaden Nederland, en we spraken hem over zijn ervaringen tijdens de stage en over nieuwe inzichten die hij verkregen heeft.
Max over zijn interesse in bodemverbetering: “Tijdens mijn opleiding ben ik erachter gekomen dat groenbemesters een mogelijkheid zijn voor natuurlijke bodemverbetering en dat is een beetje mijn drive geweest om te zoeken naar oplossingen. Het onderwerp bodemverbetering interesseert mij en dat vind ik een mooie uitdaging, omdat ik denk dat het nog altijd beter of anders kan. DSV zaden stelt als veredelaar dezelfde vraag: waarom doen we het zo en wat kan beter? Het bedrijf matchte heel erg met mijn visie en werd daardoor een logische keuze.”
“Mijn opdracht was: welke begroeningssystemen passen het beste bij regeneratieve landbouw in de akkerbouwsector?” Max legt het uit in Jip-en-Janneke taal: “Regeneratieve landbouw is simpel gezegd op een pro-actieve manier bezig zijn met landbouw met de intentie negatieve invloeden te minimaliseren.”
Op de vraag hoe de stage bevallen is antwoordt Max enthousiast: “Super! Bij DSV werkt een divers team van mensen en er is een flink doorzettingsvermogen in dit bedrijf. Als ik DSV in drie woorden moet omschrijven denk ik aan: een mooie locatie, een goede werksfeer en drive maar ook een goede dosis aan humor.”
“Het belangrijkste wat ik bij DSV geleerd heb is, dat het nog niet zo makkelijk is om op een natuurlijke manier de bodem te verbeteren,” concludeert Max. “Het is niet dat als je aan één knopje draait, dat het dan meteen beter gaat. Het is een holistische aanpak met heel veel parameters die de uitkomst kunnen beïnvloeden. We weten al best veel hoe beter het kan, maar de vraag blijft: wat kunnen we daadwerkelijk aan stappen zetten? De volgende stap is om te bepalen welke maatregelen rendabel zijn voor de boer. Die stap zijn we nu aan het zetten,” aldus Max.
Maar hoe zet je die groenbemester dan in? “Je moet vooraf weten wat je aan de achterkant wilt bereiken en daarop moet je bewuste keuzes maken om daar te komen,” zegt Max. “Zomaar een groenbemester telen kan nog weleens averechts werken als je bepaalde doelen voor ogen hebt. De keuze van een groenbemester kan pas gemaakt worden nadat je je doelstelling voor je bouwplan hebt bepaald,” adviseert hij.
“De leukste momenten van mijn stage bij DSV waren de ‘kennisvergaringsmomenten’, ofwel de dagen waar ik mee mocht naar boeren, onderzoekers of adviseurs om gesprekken te voeren. Dit waren onder andere bedrijfsbezoeken, velddemo’s, proefboerderij De Marke maar ook bezoeken aan percelen van akkerbouwers waar ik letterlijk een kijkje in de bodem nam. Natuurlijk mag ik het gezellige teamuitje met het salesteam niet vergeten te noemen!” lacht Max.
Praktische resultaten en nieuwe inzichten
We vragen Max waar hij het meest trots op is binnen zijn stage. Max zegt: "Ik ben het meest trots op het vertalen van de opdracht tot een praktische invulling. Dit maakt het één geheel. Om de filter te zijn en dingen te bundelen en op elk niveau kunnen meepraten, zowel met een boer als een onderzoeker en toch die stimulatie bij de mensen te brengen. Verder heb ik me heel erg verdiept in het optimaal inzaaien van rhizotrons en daar een protocol voor geschreven. Ook een test met de inzaai van een storende laag in de rhizotron heeft geresulteerd in nieuwe inzichten.”
Deze inzichten kan je overigens bekijken op YouTube in deze VIDEO”
Foto: Max neemt een kijkje in de bodem bij het groenbemestermengsel TerraLife CoolSeason
“Regeneratieve landbouw zie ik als een trend, maar de kern ervan is eigenlijk al eeuwenoud,” zegt Max. “Vroeger werd er ook gezocht naar plantensoorten die optimaal met elkaar konden samenwerken. Met de komst van kunstmest en bestrijdingsmiddelen verschoof de focus en deze middelen werden het nieuwe normaal. Nu willen we juist terug naar de basis: hoe kunnen we zonder additieven dezelfde, of zelfs betere, resultaten behalen dan we nu gewend zijn?”
“De genetica bepaalt de limiet van wat een plant kan bereiken, maar het optimaal benutten van dat genetisch potentieel is een tweede, cruciale factor,” aldus Max. “Door boeren te ondersteunen met een systematische aanpak van hun bedrijfsvoering, kunnen we bijdragen aan gezonde, duurzame bedrijven die niet alleen economisch rendabel zijn, maar ook inspelen op maatschappelijke behoeften."
Daar hoeft Max niet lang over na te denken: “Kiemkracht! Goede kiemkracht staat symbool voor een sterk begin en een goed begin is het halve werk. Voor mij betekende een goed begin van mijn stage het leren kennen van de mensen en het bedrijf en vooral niet bang zijn om vragen te stellen. Naast de technische kennis die ik heb opgedaan, vond ik het belangrijk om écht mee te werken, bijvoorbeeld door onkruid te plukken of te helpen bij het aanplanten. Dit creëert een band, waardoor het makkelijker wordt om vragen te stellen en van elkaar te leren,” besluit Max.
Max, namens alle collega’s van DSV zaden: bedankt voor jouw stage, jouw inzet, meedoen en meedenken en jouw Brabantse gezelligheid. Wij wensen je heel veel succes met je opleiding en onze paden kruisen zich vast en zeker nog een keer!