“Groenbemesters spelen een steeds belangrijkere rol in veerkrachtige landbouwsystemen,” aldus Jerry van Gremberghe, teeltspecialist bij DSV zaden. “Ze verbeteren de bodemstructuur, verhogen het organische stofgehalte én dragen bij aan de stikstofvoorziening.” Maar het stikstofpotentieel van groenbemesters is geen vast gegeven: het wordt bepaald door productkeuze, zaaitijdstip, afsterving en de interactie met het bodemleven. Samen met Van Gremberghe duiken we in de N-dynamiek van groenbemesters en hoe die efficiënt benut kan worden in je bouwplan.
“Het stikstofpotentieel verwijst naar de hoeveelheid plantaardige stikstof (N) die een groenbemester kan vastleggen én beschikbaar stellen aan een volggewas,” legt Van Gremberghe uit. “Dit kan op twee manieren: de eerste manier is de biologische stikstoffixatie. Dit gebeurt door vlinderbloemigen zoals klaver, wikke, veldbonen en lupine via symbiose met Rhizobium-bacteriën.”
“De andere manier is de opname van minerale N uit de bodem door snelgroeiende soorten zoals bladrammenas, Ethiopische mosterd of Japanse haver, die anders verloren zou gaan via uitspoeling.” Bij TerraLife mengsels varieert het N-potentieel van 30 tot > 80 kg N/ha.
Foto: Wikken maken al snel stikstofknolletjes.
“Dat zijn verschillende factoren,” aldus Van Gremberghe. “Als eerste de samenstelling van het mengsel. Vlinderbloemigen zorgen voor stikstofaanvoer via fixatie, meestal 50–150 kg N/ha. Grassen en kruisbloemigen vangen reststikstof op uit de bodem. Maar er zijn ook mengsels met meerdere functionele groepen, deze leveren vaak het meest stabiele resultaat.”
De zaaitijd en groeiduur zijn een andere factor. “Hoe eerder de groenbemester wordt gezaaid, hoe meer biomassa (en dus stikstof) opgebouwd kan worden. Vroege zaaidata (juli) leveren tot 2x meer N dan late zaai in september,” zegt Van Gremberghe.
Als laatste spelen ook klimaat en bodemomstandigheden een belangrijke rol. “Hoge temperaturen en voldoende vocht stimuleren de stikstoffixatie. Bij droogte of lage pH (onder 5,5) presteren vlinderbloemigen minder. Bij een overschot aan stikstof in de bodem zijn vlinderbloemigen ook minder actief.”
“De N-dynamiek is een ingewikkeld proces,” legt Van Gremberghe uit. “Stikstof komt vrij door microbiële afbraak van organisch materiaal – oftewel mineralisatie. De snelheid daarvan hangt sterk samen met de C/N-verhouding van het gewas. C/N is de verhouding tussen koolstof (C) en stikstof (N).”
C/N-verhouding | Effect op N-dynamiek |
<20 | Snelle mineralisatie, N komt snel vrij |
20-30 | Neutrale of vertraagde werking |
>30 | Immobilisatie: stikstof wordt tijdelijk vastgelegd |
“Klavers, met een C/N-verhouding van ongeveer 12, mineraliseren snel. Granen, met een verhouding van 35–40, houden stikstof juist langer vast. Een mengsel met veel vlinderbloemigen – zoals TerraLife® N-Fixx 50 – levert meer stikstof en zal deze na de winter sneller vrijgeven.”
“De timing is cruciaal: bij een hoofdgewas dat vroeg in het seizoen stikstof nodig heeft, past een groenbemester die gemakkelijk afsterft en stikstof snel mineraliseert.”
Van Gremberghe geeft concrete tips: