Blad | Bladbasis gerold, bladschede niet versmolten en kaal. Bladschijf lang en puntig, duidelijk gegroefd en kaal, dof lichtgroen tot grijsgroen. Tongetje wit en lang, bijna driehoekig en afgerond, soms gespleten. Geen bladoren. |
Halm | Halmen zijn stijf rechtopstaand of gebogen. Halmlengte tot 100 cm. |
Bloeiwijze | Losse, piramidevormige pluim tot 20 cm lang, op de onderste treden van de hoofdas talrijke zijtakken van verschillende lengtes, sommige tot 8 cm lang. Tijdens de bloei is de pluim uitgespreid en zijn de zijtakken horizontaal gespreid. Voor en na de bloei wordt de pluim weer gesloten. De vele aartjes zijn klein, 2 à 3 mm lang, lancetvormig, enkelbloemig, lichtgroen tot paars. Glumes gekield 2,5 mm lang. Lemma korter dan kaf, vijfaderig en zonder luifels. Palea half zo lang als lemma. |
Fruit | De kafvrucht is omgeven door verschillend gekleurde (goudgeel - bruin - violet) kafjes. Het lemma en de palea zijn fijn gevild, wit tot glanzend zilver. Lemma fijn behaard aan de basis. Geen stok. De bruine caryopsis is doorschijnend en vaak gepeld. TKG 0,05–0,08 g. |