Blad | De bladbasis is gevouwen, de bladschede is versmolten en vaak bedekt met haren. Bladschijf lang en circa 4 mm breed, smaller in klompvormend roodzwenkgras. De bovenzijde is sterk gegroefd (5-9 geribd), rijkgroen tot grijsgroen van kleur. Het bladblad is vaak in een V-vorm gevouwen. Tongetje zeer kort, aan de voorzijde iets verhoogd, bladoorschelpen afwezig. |
Halm | Halmen zijn vaak gebogen en 30-70 cm lang.Aan de basis van de stengel zijn de bladscheden vliezig en bruinachtig, vezelig met witachtige longitudinale ribben. |
Bloeiwijze | Een losse, rechtopstaande, iets overhangende dubbele tros of pluim. Het onderste niveau van de hoofdas heeft elk 2 zijtakken. Alleen tijdens de bloei uitgespreid, anders samengetrokken. Aartjes zijn lancetvormig en vaak paars van kleur. Elk aartje heeft 4 à 6 bloemen, lemma's meestal met korte luifels. |
Fruit | Meestal 4-6 mm lange schil, lemma aan de randen korte haartjes en kanten awn, de donkere caryopsis doorschijnend, de 1-2 mm lange steel verdikt als een knop aan de bovenkant. De TKG is 1–1,5 g. Caryopsis donkerbruin met ventrale groef. |